Auteur en beelden: Pieter Janssens, Bodemkundige dienst van België

Zuurstof is niet alleen essentieel voor mensen maar ook voor planten. Plantenwortels respireren en als alle bodemporiën gevuld zijn met water sterven de wortels af. Bij een bodem in goede conditie infiltreert het overtollige water na een neerslagbui snel naar de ondergrond waar het uiteindelijk zal zorgen voor een aanvulling van de grondwatertafel. Bodemverdichting betekent dat de bodem samengedrukt werd waardoor de poriën in de bodem kleiner worden. Water kan niet langer infiltreren en de plantenwortels krijgen onvoldoende zuurstof. Pas aangeplante bomen kunnen bovendien onvoldoende diep wortelen in de bodem waardoor ze ook gevoeliger worden voor droogte. De gevolgen van bodemverdichting zijn het meest zichtbaar bij bomen. Vooral fruitbomen maar ook berk en es zijn gevoelig aan bodemverdichting.

 

Figuur 1 Afgestorven berken ten gevolge van bodemverdichting
Figuur 1 Afgestorven berken ten gevolge van bodemverdichting

Figuur 1 Afgestorven berken ten gevolge van bodemverdichting 

Bodemverdichting is een ernstige bedreiging voor de bodemkwaliteit. Op landbouwpercelen komt verdichting vaak voor en wordt het veroorzaakt door zware landbouwmachines. Vooral het uitrijden van mest en het oogsten van de gewassen zijn delicate werkzaamheden. In tuinen is de verdichting doorgaans het gevolg van intensieve bodemverstoring. Bodemverdichting komt veel voor op sites die veranderen van landgebruik. Indien bijvoorbeeld een parking of oprijlaan wordt omgevormd tot groenzone is er een verhoogd risico op verdichting. Daarnaast komt bodemverdichting voor in tuinen waar onvoorzichtig werd gewerkt met zware machines. Bijvoorbeeld graafwerken met zware machines houden risico in, zeker indien de werken worden uitgevoerd in natte omstandigheden. Een natte bodem heeft een lagere draagkracht. 

Het bodemonderzoek 

Bodemverdichting kan worden beschreven aan de hand van een terreinonderzoek door de Bodemkundige Dienst van België. Bij een onderzoek naar bodemverdichting wordt aandacht besteed aan de profielopbouw, de penetratieweerstand van de bodem en de infiltratiesnelheid (Figuur 2). Een beschrijving van het bodemprofiel aan de hand van een boring is de eerste stap van een bodemonderzoek. Bodemlagen met een grijsblauwe kleur waarin onverteerd organisch materiaal aanwezig is duiden op anaerobe condities ten gevolge van bodemverdichting. 

Figuur 2 Bodemonderzoek in een tuin waarbij de profielopbouw, de penetratieweerstand en de infiltratiesnelheid wordt onderzocht.
Figuur 2 Bodemonderzoek in een tuin waarbij de profielopbouw, de penetratieweerstand en de infiltratiesnelheid wordt onderzocht.

De penetratieweerstand wordt gemeten op het terrein met een penetrologger of penetrograaf. Dit is een toestel waarmee een conus met constante weerstand in de bodem wordt geduwd. Het toestel registreert de penetratieweerstand die de conus ondervindt. Bij een goede bodemkwaliteit is de penetratieweerstand lager dan 2 MPa terwijl deze bij verdichte bodems dikwijls hoger is dan 3 MPa (Figuur 3). Samen met de penetratieweerstand wordt ook de snelheid waarmee water in de bodem kan infiltreren gemeten. Voor een zandbodem in goede conditie kan er tot 1.5 m/dag infiltreren terwijl in dit de verdichte zone een factor tien lager is. 

Herstel na bodemverdichting verloopt moeizaam 

Een beschadigde bodem herstellen na verdichting is niet evident. In de meest problematische gevallen is de verdichting aanwezig tot in de bovenste lagen van het bodemprofiel waarbij alle grote poriën uit de bouwvoor zijn verdwenen. Het lostrekken met diepe tanden zoals landbouwers dit soms doen zal het probleem onvoldoende oplossen. Tussen de tanden zal de bodem dikwijls nog meer worden gecompacteerd. Ook het bijmengen van externe grond of substraten is uit den boze. In een tuin van enkele are zouden al tot meer dan 20 ton extern materiaal moeten worden gemengd om een betekenisvolle verandering in de samenstelling van de bodem te realiseren. Dergelijke werken zijn niet realistisch en houden grote risico’s in op bijkomende bodemverdichting.  

De bodem kan op natuurlijke wijze deels herstellen van bodemverdichting maar dit vraagt tijd. Diepwortelende gewassen zoals bijvoorbeeld luzerne hebben de capaciteit om de verdichte zone te koloniseren met het wortelgestel. Ook grassen kunnen nog relatief goed gedijen in natte omstandigheden onder verdichte condities. Indien deze begroeiing optimaal wordt bemest zal de ontwikkeling van het wortelgestel op termijn zorgen voor de opbouw van organische stof en een toename van de porositeit. Het herstel verloopt traag en kan tot tientallen jaren in beslag nemen.  Het voorkomen van bodemverdichting verdient aandacht. De belangrijkste voorzorgmaatregel ter preventie van bodemverdichting is het vermijden van betreding van het perceel met zware machines in natte omstandigheden.