Ontmoet de consulenten Mathias en Jarne
In een exclusief interview met de twee sleutelfiguren van vakorganisatie 'Groen Groeien' onthullen Mathias en Jarne hun persoonlijke trajecten en de missie van de vereniging. Mathias, ooit tuinaannemer, leidt de ledenwerving en coördineert activiteiten, terwijl Jarne, een bio-ingenieur, de sector vertegenwoordigt op verschillende platforms. Hun inspanningen zijn gericht op het versterken van de sector, het stimuleren van duurzaamheid en het vormgeven van beleid. Ontdek hun visie, uitdagingen en toekomstplannen in dit boeiende gesprek.
Auteur en foto’s: Pieter Clicteur
Hoe zijn jullie bij Groen Groeien terecht gekomen en wat doen jullie specifiek bij de vakvereniging?
Mathias: Ik hou mij binnen Groen Groeien voornamelijk bezig met de ledenwerving en de organisatie van activiteiten. Daarnaast begeleid ik het platform voor dak- en gevelgroen. Ik ben bij Groen Groeien terecht gekomen na 10 jaar activiteit als tuinaannemer. Ik kon mijn bedrijf verkopen en ging op zoek naar een leuke uitdaging. Ik zag de vacature passeren en ben met veel enthousiasme gestart, ondertussen anderhalf jaar geleden.
De ledenwerving is een heel belangrijk aspect. We hebben leden nodig. Er zijn, volgens VLAM, 17.000 tuinaannemers, waarvan er 1.000 bij een beroepsvereniging zijn aangesloten. Dat is eigenlijk niet veel. We willen de tuinaannemers kunnen overtuigen waarom hun lidmaatschap belangrijk is. We willen tonen wat we doen want dat wordt nog te weinig gezien. Zo hebben we nu een activiteitenkalender op poten gezet zodat de leden content krijgen. Content die ze kunnen gebruiken in hun dagelijkse werking. Dat kan gaan over bedrijfsmanagement, biodiversiteit, veiligheid, hoe ga ik om met personeel, …
Jarne: Ik ben al iets langer aan de slag, ondertussen 3,5 jaar. Ik heb een andere achtergrond dan Mathias, ik studeerde af als bio-ingenieur. Ik had een heel brede interesse in wetenschappen en biologie. In de opleiding tot bio-ingenieur kon ik van alle walletjes eten en beslissen waar ik verder in wou gaan. Uiteindelijk koos ik voor landbouw, puur uit interesse. Mijn thesis ging over gewasbescherming. Toen ik de vacature bij Groen Groeien zag, leek me dat een ideale uitdaging.
Het hele verenigingsleven is een groot web met veel verschillende structuren. Er zijn heel veel mandaten, verdeeld over die structuren. Onze taak is om in die structuren de sector te vertegenwoordigen. We zitten er in naam van de tuinaannemers. Nooit met onze eigen agenda maar de agenda van de achterban. Zo zitten we bij de VLAM waar we acties mee vorm geven - ik denk bijvoorbeeld aan “Goed Geplant” op VTM. Dat is een programma om de tuinaannemer in de markt te zetten. Het is dus heel nuttig om in de 4 grote vergaderingen per jaar bij VLAM het belang van de tuinaannemer te gaan verdedigen.
Communicatie is dus een heel belangrijk deel van ons takenpakket. Een speerpunt is het Groen Groeien Magazine. Dat komt 5 keer per jaar uit en is echt een magazine van ons alleen. De redactie ligt volledig in onze handen. Daarnaast sturen we nieuwsbrieven uit, organiseren we opleidingen, … We zijn zo’n beetje het gezicht van de sector.
Groen Groeien bestaat een 13-tal jaar. Wat zijn voor jullie de drie belangrijkste verwezenlijkingen in het bestaan van de vereniging?
Jarne: Een groot voordeel aan Groen Groeien is dat er overkoepelend een sterke lobbygroep staat, AVBS en Boerenbond. Daardoor hebben we al heel wat kunnen realiseren. Ik denk in de eerste plaats aan de flexijobs. Begin dit jaar is dat ingevoerd na bevraging van de leden. AVBS heeft dat er op het sociaal overleg door gekregen. De BTW-verlaging op planten is een tweede mooie realisatie. Dat is iets waar we mee kunnen uitpakken. En als derde punt is het Groen Gekleurd-label zeker een heel mooie mijlpaal.
Maar ik vind het belangrijkste het overkoepelende, het grote web waar we in verweven zitten en ons relevant kunnen maken. Bij proefcentra zitten we in de raad van bestuur waardoor we mee onderzoek kunnen sturen, we hebben een kwaliteitslabel waar we in de raad van bestuur zitten, we zitten bij VLAM met 4 posten, … Dat is in die korte tijd een knappe prestatie waar onze voorgangers heel veel verdienste in hebben. Ik zat een maand geleden met onze oud-voorzitter Marc Galle samen. We hebben dat hele web eens uitgetekend en waren toch onder de indruk van waar we allemaal kunnen mee discussiëren.
Mathias: De werking van de vakorganisatie op zich is een interessant gegeven. Als je als tuinaannemer met een bepaalde vraag zit, dan kun je ergens terecht. Wij gaan proberen een antwoord te zoeken en hebben een groot netwerk waarin we kunnen graven. Dat netwerk is meteen ook een enorm pluspunt want als tuinaannemer omring je je met mensen die gespecialiseerd zijn in bepaalde vakgebieden, heb je kennis rond je waar je kunt op terugvallen. Concurrenten worden zo collega’s.
Naast verwezenlijkingen zijn er uiteraard altijd uitdagingen. Waar liggen daar de grootste hangijzers?
Jarne: We zijn met een grote strategiecyclus bezig om te kijken wat we binnen 20 jaar kunnen verwezenlijken. Daarvoor hebben we 12 thema’s uitgekozen en deze dan gereduceerd naar 6 waarop we verder werken. Twee van de zes hebben te maken met instroom van werknemers - daar heeft iedere tuinaannemer mee te maken. De anderen gaan over klimaat, biodiversiteit, gewasbeschermingsmiddelen. Die laatste is misschien wel de grootste uitdaging. Hoe gaan we hier mee om gaan? Het verhaal is alomtegenwoordig.
11% van het oppervlak in Vlaanderen bestaat uit tuin. Er is dus heel veel winst te boeken in de tuin en wat we er doen. Wie zijn daar de experten? De tuinaannemers. We willen op termijn streven naar nulgebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het moet uiteraard wel allemaal haalbaar blijven, daarom zou een noodprocedure moeten bestaan waar tuinaannemers op de juiste manier en op het juiste moment wel nog kunnen behandelen. Ze volgen opleidingen, hebben de kennis. Het lijkt me logisch dat een particulier dit moet overlaten aan een professional, met in het achterhoofd dat we als sector op termijn streven naar nulgebruik. Volgens het IPM - Integrated Pest Management - staat chemisch bestrijden op de allerlaatste plaats. Als tuinaannemer moet je daar sinds 2013 al aan voldoen. Het is dus belangrijk dat we dat op de kaart zetten. Het is soms een moeilijk thema om aan te raken, maar naast de peiler “werk zoeken” , zal dit een heel belangrijk item worden voor onze sector.
Mathias: Ik merk heel veel bij de leden dat er vaak wordt gestruikeld over wetgeving die ondoorzichtig zijn. Kapvergunning en hemelwaterverordening zijn Vlaamse maatregelen maar worden op lokaal niveau overal anders geïnterpreteerd. Duidelijkheid is hier van groot belang. Ze willen aan alles voldoen, maar het moet helder genoeg zijn. Daar moeten we blijven wegen op het beleid.
In hoeverre is de politiek belangrijk voor jullie werking?
Jarne: Door de overkoepelende structuren AVBS en Boerenbond kan je op hoger niveau iets betekenen. Heel vaak zien we op gemeentelijk niveau inderdaad een eigen interpretatie van de Vlaamse regels. Wij willen als één stem van de sector aan de alarmbel kunnen trekken zodat dat wetgevend kader duidelijk wordt. Het is aan ons om dat op de agenda te krijgen, in overleg met ons.
Het Groen Gekleurd label is daar een mooi voorbeeld van. Wij kunnen mee bepalen, in samenspraak met de overheden, aan welke regels je moet voldoen om dat label te halen. De wetgever heeft een kapstok nodig om controles te kunnen uitvoeren. Wij leveren die kapstok aan, als spreekbuis van de sector. Wij kunnen ook aangeven welke maatregelen haalbaar zijn voor de sector. Dat is belangrijk, want anders komen er een hele reeks regels af op de sector zonder dat er op voorbereid kan worden.
Mathias: Het is de bedoeling om de sector klaar te stomen voor de toekomst, samen met die sector.
Er komen verkiezingen aan. Hoe belangrijk is dat voor jullie?
Jarne: Wij hebben op onze nieuwjaarsreceptie een politiek debat georganiseerd. Dat geeft al een zicht op bepaalde standpunten, maar wij zijn er voor de tuinaannemers en niet voor politieke partijen. We houden onze handen er wat van af. De corebusiness is werken voor de aannemers, we zetten geen werking op gericht naar die verkiezingen. We zien dan wel wie op welke stoel zit en waar we impact kunnen hebben.
Mathias: Het kan natuurlijk altijd zijn dat je je manier van werken een beetje moet aanpassen aan de hand van het beleid maar een crisis zoals in de landbouw zul je daar niet direct mee veroorzaken.
Over de landbouw gesproken: heeft het recente boerenprotest impact op Groen Groeien?
Jarne: We hebben een hart voor de sector en er moet vrijheid zijn om te ondernemen. Je kunt er niet rond dat de keten hier en daar aan elkaar hangt, zeker als het gaat over siertelers. We horen verhalen van op het terrein, daar zitten echt drama’s tussen maar voor onze werking zelf is er weinig impact. Wij hebben niet de grote dossiers zoals stikstof. Wij zetten eerder in op andere thema’s. Ik denk aan de administratieve vereenvoudiging, ook een heet hangijzer bij die protesten.
Ik hoor hier en daar een tegenstrijdigheid. Aan de ene kant willen we vereenvoudigen en willen we minder regels maar ik hoorde een tijd geleden dat het wel eens een mooie regel zou zijn mochten bijvoorbeeld groendaken op bedrijven verplicht worden. Kun je meer en minder regels tegelijk vragen? Hoe houd je hier evenwicht in?
Mathias: Ik denk dat we daar niet alleen aan tafel zitten. We hebben de wetgevende macht en de openbare instanties waardoor we weinig vat hebben op dat evenwicht. Regels moeten nuttig zijn, daar staan wij als organisatie voor! Het moet een investering naar de toekomst toe zijn waar iedereen wel bij vaart. Ik denk dat het bij alle ondernemers een frustratie is als er te veel regels zijn.
Jarne: Als we het hebben over regels en de beperking ervan, dan hebben we het vooral over administratie. Als je een vrachtwagen met grond wil vervoeren heb je verschillende papieren nodig en moet je meldingen doen om met alles in orde te zijn. Breng dat naar 1 korte en eenvoudige procedure zodat het duidelijk is. Als het over groendaken gaat, daar kunnen we niet tegen zijn, extra groen is nooit een slecht idee maar je kunt ook gaan naar een maatstaf in plaats van echte regels.
Wat verplicht wordt moet ook gecontroleerd worden en dat gebeurt dikwijls niet, het heeft geen prioriteit. Het mag niet beknotten. Ik geef een voorbeeld uit de zwemvijverwereld. Een zwemvijver wordt nu gezien als pure verharding. Nochtans is een vijver een heel biodiverse keuze met planten, verkoeling in de tuin, aantrek van insecten,… Er mag een beperkte oppervlakte verhard zijn waardoor zwemvijvers dikwijls niet mogelijk zijn. Als je een vijver vergelijkt met een betonnen oppervlakte, dan durf ik toch stellen dat daar een groot verschil in zit. Het is dus een evenwicht zoeken in die regelgeving. Er is een basis nodig maar ze moeten logisch, nuttig, eenvoudig en duidelijk zijn.
Welk doel stellen jullie nog voorop voor de komende tijd?
Jarne: Het grootste doel is het uitbreiden van de achterban. De werking staat vrij stevig. We hebben een sterke bestuursploeg achter ons staan. We willen tuinaannemers die geen lid zijn kunnen tonen wat we voor hen doen. Hoe groter de groep, hoe meer we kunnen wegen op het beleid en het ondernemen makkelijker maken.
Mathias: Ledenwerving op zich is niet het doel maar impact op de sector wel en dat kun je natuurlijk beter als je meer leden hebt. We zijn goed vertegenwoordigd in West- en Oost-Vlaanderen maar de achterban in de andere provincies mag nog sterker worden.
Het bestuur kwam net kort ter sprake als een sterke ploeg. Hoe verloopt die samenwerking?
Jarne: Dat loopt prima! Je moet in je achterhoofd houden dat dit vrijwilligers zijn die na hun drukke werkdagen puur voor de sector samen komen. Het zijn mensen die met heel veel passie voor de sector bezig zijn. Wij komen altijd met een agenda aan tafel en zij kunnen de mening van de sector duidelijk maken. Om input te krijgen is dat van levensbelang. Het is vrij simpel: zij kunnen niet zonder ons maar wij kunnen zeker niet zonder hen. Er moet coördinatie zijn vanop een centraal punt maar ik kan altijd bij de bestuursleden terecht voor input in die coördinatie.
Mathias: De ervaring van het bestuur is een cadeau. Als ik een ledenvraag krijg waar ik zelf het antwoord niet op weet, kan ik bij de bestuursleden terecht om advies te vragen. Ze zijn een rechtstreekse link binnen dat netwerk.
Hebben we nu de belangrijkste punten van jullie werking uitgespit of zien ik iets over het hoofd?
Jarne: We moeten het zeker nog hebben over Viaverda. Er was geen onderzoek naar groenvoorziening. De afdeling “Groen” op PCS - nu Viaverda - is puur voor de groenvoorziening opgericht. Dat is een heel belangrijke partner geworden voor Groen Groeien. Ze zitten ook in het Groengek(l)eurd label. Zo verkrijgen we sector gestuurd onderzoek. Wij hebben bijvoorbeeld onderzoek gevraagd naar zwemvijvers en waterkwaliteit om daar een wetgeving rond te krijgen. Dan heb je mensen nodig die daar kennis rond hebben. We hebben bijna wekelijks contact als schakel tussen de sector en het onderzoek. In het jaarlijks technisch comité overlopen we het onderzoek van het afgelopen jaar en sturen we naar onderzoek voor het komende jaar. Dat is heel waardevol!
Ook Elma, de multimediapartner waarmee we het Groen Groeien Magazine op poten zetten is een vermelding waard. We gaan stilaan naar onze 50e editie. Het is een heel goede samenwerking waardoor we 5 keer per jaar ons magazine bij 2.500 tuinaannemers krijgen. Een magazine, puur van je eigen organisatie, voor en door tuinaannemers, is mooi om mee uit te pakken.