Auteur: Alexandre Bastenier, Reyns Advocaten

Deze nieuwe regels die ondertussen reeds van kracht zijn vanaf 1 september 2023, hebben het opzet de contractuele vrijheid van ondernemingen aanzienlijk te beperken in het kader van de invordering van schulden van consumenten. Boek XIX WER voorziet namelijk in diverse maatregelen om de positie van de consument te beschermen en diens rechten te waarborgen. 

Vanaf 1 december 2023 zijn de nieuwe regels van kracht voor alle betalingsachterstanden, ongeacht wanneer ze hun oorsprong vinden, met andere woorden zelfs voor schulden die zijn ontstaan voor 1 september 2023.

In onderhavig informatief artikel worden de belangrijkste nieuwigheden voor u samengevat:

De kosteloze “eerste herinnering”:

De eerste waarborg die door de wetgever werd ingebouwd is de kosteloze “eerste herinnering”. Ingeval van wanbetaling zal u als aannemer eerst een betalingsherinnering moeten versturen naar de consument, vooraleer er naast de hoofdsom van uw factuur eventueel aanspraak kan worden gemaakt op contractueel bedongen aanhorigheden, meer bepaald nalatigheidsintresten en/of schadevergoeding. Dergelijke “eerste herinnering” neemt de vorm aan van een ingebrekestelling, die minstens volgende gegevens duidelijk moet bevatten:

(i) Het verschuldigde bedrag;

(ii) Het bedrag van het schadebeding dat bij blijvende wanbetaling verschuldigd zal zijn;

(iii) De naam en het ondernemingsnummer van de onderneming-schuldeiser; (iv) De beschrijving van de uitgevoerde dienst/werf, die de schuld heeft doen ontstaan;

(v) De opeisbaarheidsdatum van de vervallen schuld;

(vi) De termijn – van minstens 14 kalenderdagen – waarbinnen de schuld moet worden betaald, om bijkomende kosten te vermijden.

Wij wensen uw aandacht te vestigen op het feit dat het louter vermelden van de referentie- of factuurnummer niet volstaat als toereikende beschrijving van het product of de dienst in kwestie.

  Inzaai
Inzaai

De wettelijke “wachttermijn”

Na het versturen van bovenvermelde “eerste herinnering” zal u als aannemer, alvorens verdere maatregelen te mogen ondernemen, een wettelijke wachttermijn van minstens 14 kalenderdagen in acht moeten nemen, alvorens betaling van de nalatigheidsintresten en/of het schadebeding kan worden gevorderd.  

Voormelde wachttermijn start vanaf de derde werkdag na de verzending van de desbetreffende eerste ingebrekestelling/herinnering, voor zover u deze per post zou hebben verstuurd. Wordt de “eerste herinnering” daarentegen elektronisch – bijvoorbeeld via e-mail – aan de consument bezorgd, dan zal de termijn aanvangen op de dag die volgt op de verzending ervan.

Aan de consument wordt door de wetgever derhalve een kans geboden om de verschuldigde hoofdsom van de factuur alsnog te regelen zonder geconfronteerd te worden met bijkomende kosten. Voor de toepassing van de desbetreffende regels was het mogelijk, indien contractueel overeengekomen, om de aanhorigheden automatisch te vorderen vanaf de opeisbaarheidsdatum van de factuur voorbij was. Deze aanhorigheden zijn vaak nodig voor u als aannemer om de (administratieve) kosten die door de wanbetaling veroorzaakt worden, minstens gedeeltelijk te dragen. De nieuwe regels zijn dus duidelijk in het voordeel van de consument.

De bewijslast met betrekking tot het verzenden van een kosteloze eerste herinnering en de naleving van de wachttermijn rust volledig op U. Om die reden is het bijgevolg aangewezen om de “eerste herinnering” per aangetekend schrijven of e-mail over te maken aan de consument, zodat u steeds een aantoonbaar schriftelijk bewijs heeft indien dit opgevraagd zou worden.

De informatieverplichting van de onderneming

Om de transparantie van het invorderingsproces te bevorderen, is de aannemer verplicht om op verzoek alle bewijsstukken van de door haar ingeroepen schulden aan de consument te bezorgen (bv. factuur, bewijs uitvoering van de werken, etc. …), evenals alle benodigde informatie over de procedure om de schuld te betwisten.

Lossen van planten
Lossen van planten

Beperking van schadebedingen en nalatigheidsintresten

Voorheen werd reeds duidelijk gemaakt dat de aanhorigheden, dit zijn de bedragen die u naast de hoofdsom kon vorderen (interesten, kosten en schadebeding), een belangrijk aspect zijn voor u als schuldeiser wanneer u met een wanbetaler geconfronteerd wordt. Elke wanbetaling is namelijk een aanfluiting van uw winstmarge. Elke wanbetaling heeft een economische kostprijs. Deze aanhorigheden zijn vaak nodig om derde partijen in te schakelen om u bij te staan in het invorderingsproces, zij het uw administratief bediende die de rappels verstuurt, als uw advocaat en/of incassobureau waarmee u geregeld samenwerkt.

De meest ingrijpende verandering die dus door het nieuwe Boek XIX WER werd ingevoerd, is wat ons betreft het gegeven dat de hoegrootheid van de aanhorigheden thans wettelijk begrensd is. De maximale nalatigheidsintrest waarop men als onderneming bij wanbetaling aanspraak zal kunnen maken wordt beperkt tot de referentie-intrestvoet, vermeerderd met 8 procentpunten, zoals beoogd in artikel 5 van de Wet Betalingsachterstand.

Daarnaast is de maximale omvang van het schadebeding afhankelijk gesteld van de hoegrootheid van de openstaande schuld:  

Tabel 1
Tabel 1

Een schadebeding (en ook de verhoogde wettelijke interesten) kan maar gevorderd worden voor zover dit voorafgaandelijk contractueel door partijen werd overeengekomen. Het document bij uitstek is hiervoor uw algemene voorwaarden die u kan aanhechten aan uw offerte. Het belang van dit document is zeer wezenlijk.

Wij adviseren u derhalve om eerstdaags uw algemene voorwaarden aan te passen aan de hierboven beschreven “maxima” bedragen. Bedingen die namelijk voorzien in hogere bedragen dan hetgeen wettelijk wordt toegelaten, zijn namelijk verboden en worden integraal als nietig beschouwd.

Conclusie

De hierboven besproken wettelijke regels beperken in aanzienlijke mate de vrijheid van ondernemingen ter invordering van openstaande schulden. De consument wordt beschermd, ten nadele van de schuldeiser/aannemer. Desbetreffende regels hebben een dwingend karakter, partijen kunnen er niet van afwijken. Gelet op deze nieuwe regelgeving zal u moeten nagaan of uw invorderingsproces nog conform is aan deze wettelijke verplichtingen, zo niet zal u enkele aanpassingen in uw interne processen moeten aanbrengen. Cruciaal daarbij is om na te gaan of uw algemene voorwaarden nog up to date zijn. De laatste jaren zijn er immers vele wetswijzigingen geweest (nieuw verbintenissenrecht, GDPR, nieuw insolventierecht, een verruimd eigendomsvoorbehoud, etc. …).

“ Groen Groeien Café organiseert in de komende maanden, in samenwerking met Reyns Advocaten, verschillende infoavonden omtrent de aansprakelijkheid van de aannemer. Ga zeker in op de uitnodigingen die hiervoor zullen worden uitgestuurd.

Alexandre Bastenier